Een solitair dier leeft het liefst alleen. Dit zijn dieren die geen behoefte hebben aan groepsgenoten om verschillende redenen. Dit is het tegenovergestelde van hoe honden leven. Honden zijn namelijk roedeldieren, groepsdieren. Als twee solitaire roofdieren van dezelfde soort elkaar tegenkomen in hun territorium dan is de kans groot dat één van de twee door de ander wordt verjaagd. Tenzij er meer dan genoeg eten in het gebied is. Dan is er de kans dat ze elkaar zullen ontlopen. Solitaire dieren voeden vaak hun jongen op tot zij voor zichzelf kunnen zorgen en zullen dan weer alleen op pad gaan.
Er zijn meerdere voordelen voor solitaire dieren. Je hoeft het voedsel in het gebied niet te delen met groepsgenoten, ze hoeven geen rekening te houden met andere dieren. Als je in een groep leeft dan word je sneller gevonden door roofdieren. Prooidieren die solitair leven vallen minder op en kunnen makkelijker hun gang gaan. Hetzelfde geld voor roofdieren die solitair leven. Zij kunnen makkelijker verstopt blijven en zo makkelijker dichterbij de prooi komen.
Er zitten natuurlijk ook nadelen verbonden aan een solitair bestaan. Prooidieren die bescherming nodig zijn zullen het niet goed doen als solitaire dieren. Met aantallen sta je vaak sterker tegen prooidieren dan alleen. Hetzelfde geld weer voor roofdieren. Door met een groep te jagen kun je de prooi insluiten en verlies je de prooi minder snel. Andere dieren hebben juist behoefte aan sociaal contact, denk bijvoorbeeld aan apen die in grote groepen elkaar zitten te vlooien. Als dit soort dieren alleen is kunnen ze zelfs depressief worden en stoppen met eten.
Enkele voorbeelden van solitaire dieren zijn:
– Reuzenpanda’s
– IJsberen
– Luipaarden
– Zeeschildpadden
– Poema’s
– Sneeuwpanters
– Grote wurgslangen
– Arenden
– Uilen
